Skip to main content

Wat we (niet) zien in Jeunes Mères

Blog

Fara-collega Kirsten neemt je mee in haar persoonlijke reflectie na het zien van Jeunes Mères, de nieuwste film van de broers Dardenne. 
Deze blog is een pleidooi voor nuance, vertrouwen, en voor het tonen van álle verhalen.

De film volgt Jessica, Perla, Julie, Naïma en Ariane. 5 jonge vrouwen die samenleven in een opvangcentrum voor jonge moeders. Ze worstelen elk met een verleden van onveilige thuissituaties, instabiele relaties of jeugdzorgverleden. Ondertussen proberen ze te zorgen voor hun kind én voor zichzelf.

Een ongelooflijk krachtige, en realistische film

Wat de film bijzonder maakt, is hoe tastbaar de realiteit van deze meisjes wordt neergezet. Het leven in het centrum, de hulpverlening die nooit zwart-wit is, de vaders die al dan niet betrokken zijn, het balanceren tussen zorgen voor het kind én het kind in de ouder. Het is herkenbaar voor wie werkt in CIG’s, jeugdzorg of contextbegeleiding.
De film toont niet alleen de rauwheid van de situatie, maar ook de kracht en veerkracht van deze jonge moeders.

En toch blijf ik achter met een bezorgd gevoel. Niet over de film an sich, die is sterk, integer en met zorg gemaakt.
Wel over het mogelijke effect ervan op het bredere publiek.

Het beeld dat na de film blijft hangen is het gevoel dat tienermoederschap heftig is. En wellicht ook problematisch.
Dat het heftig is klopt bijna altijd.
Dat het problematisch is niet.

We moeten ons ervan bewust zijn dat de film 4 crisisperiodes van jong en zeer kwetsbaar ouderschap toont. Een reëel en belangrijk perspectief - zeker in een context waar multi-problematiek toeneemt en hulpverlening soms met de handen in het haar zit. Maar als dát het enige perspectief is dat we zien, wordt het ook bepalend voor hoe we als maatschappij naar tienerouders kijken.

Beeldvorming

We weten dat beeldvorming machtig is. Als het dominante narratief luidt: “Tienermoederschap = crisis”, dan gaan we ook met die bril reageren op jongeren die zwanger zijn of net moeder geworden. Dan kleurt ons antwoord sneller richting ‘oei’ dan naar ‘oké, vertel’.

Ik nodig je uit om je even voor te stellen dat een meisje van 17 komt vertellen dat ze zwanger is.
Krijgt ze ruimte om haar verhaal te doen? Om twijfels te uiten, keuzes af te wegen, dromen te delen? Of is het gesprek al gekleurd door onze bezorgdheid, ons collectief geheugen dat zegt “oh-ooh, dit wordt moeilijk”?
En wat met een jonge moeder van 19 die aangeeft dat ze het lastig heeft? Durft zij dat nog te zeggen, als ze voelt dat haar kwetsbaarheid meteen in de categorie ‘crisis’ geplaatst wordt?

Natuurlijk ís het moeilijk. Dat is ouderschap altijd. Op elke leeftijd. Denk aan de verhalen van parentale burn-out bij dertigers, of aan de zwaarte die prille ouders soms ervaren ondanks alle planning, steun en middelen.
Waarom zou dat voor een 18-jarige moeder een alarmsignaal zijn, eerder dan een normaal signaal van vermoeidheid of onzekerheid?

Ik denk terug aan de talloze jonge mama’s die ik de voorbije jaren ontmoette: Ellen, Charlotte, Kato, Jolien, Catarina, Shana, Steffie,...
Zij kozen voor het moederschap op jonge leeftijd.
En wat volgde was een parcours van vallen en opstaan, van creatief jongleren met school, stage, werk, kinderopvang, pesterijen, dromen en realiteit.
Ze gebruikten hun jeugdigheid als kracht: om zich niet neer te leggen bij de omstandigheden, maar om erdoor te groeien.
Ze werden volwassen aan een ander tempo, op een andere manier.
Ze leerden liefde geven en grenzen stellen.
Ze hielden vol, zelfs als de nachten lang en de oordelen zwaar waren.

Ze studeren, werken, moederen, brengen kinderen naar hobby's, pinken een traan weg tijdens het schoolfeest.
Het zijn ploetermoeders die toevallig ook heel jong zijn. 
Hun verhaal wordt niet vaak getoond. Ze vinden namelijk de tijd niet om het te vertellen. 

Idealisering?

Betekent dit dat we de moeilijkheden moeten verzwijgen? Zeker niet.
Maar laten we vermijden dat alleen het moeilijke verteld wordt.
Want de beeldvorming die we vandaag verspreiden, bepaalt de ruimte die jongeren morgen krijgen om hun weg te zoeken.

Na de film raakte ik aan de praat met een ouder koppel. Toen ik mijn bezorgdheid deelde, antwoordden ze: “Maar is het dan niet gevaarlijk om een positief beeld te geven? Gaan meisjes dan niet net zwanger wíllen worden?”

Die vraag hoor ik vaker. Alsof het benoemen van kracht en hoop automatisch leidt tot idealisering.
Dan onderschat je jongeren.
De meeste jongeren die zwanger blijven doen dat niet impulsief. Ze maken keuzes -soms met veel onzekerheid, soms met helderheid- maar altijd in een context. En als die context (dus ook de maatschappij) steunend is, dan is er veel mogelijk.

Geluk zit in het kleine

Wat helpt, is vaak niet groot. Dat hebben de broers Dardenne goed begrepen.
Het is iemand die ziet dat je je best doet.
Die benoemt wat goed gaat.
Die je niet reduceert tot je leeftijd of je achtergrond, maar die je herkent als mama, als mens.

Zoals Charlotte schreef:

“Ik zie me daar nog zo zitten, onverwachts zwanger, in tranen en zo onzeker. Maar er was er één die mij moed gaf en mee zocht naar oplossingen. De beste directeur die er kon zijn.”

Dat is ook wat Jeunes Mères op subtiele momenten laat zien: de kracht van erkenning. Een leerkracht die een gedicht aanleert, een hulpverlener die met eigen wagen na de uren een mama oppikt aan de bushalte.
Het is precies dat wat jonge ouders zo hard nodig hebben: een netwerk van mensen die in hen geloven, zelfs, of net als, het moeilijk is.

Goede hulpverlening betekent dan ook:

  • niet overnemen, maar naast iemand gaan staan
  • niet invullen, maar luisteren
  • niet alleen problemen zien, maar ook groeikansen
  • reguleren, letterlijk: de ouder helpen reguleren, zodat zij hun kind kunnen reguleren — en zelf gereguleerd blijven
  • vertrouwen geven

Wie werkt met jonge ouders, weet hoe krachtig het is om te zeggen: “Ik zie je. Als mama. En als tiener. Je doet ertoe. En je doet het goed.”
Dat is geen romantisering. Dat is hoop bieden in de realiteit.

Het is niet verwonderlijk wat de broers Dardenne oppikten tijdens hun tijd in het tehuis: naast hulpverlening schuilt er zoveel kracht in hoopverlening.
Laten we dàt vooral niet vergeten als een jong meisje vertelt dat ze moeder zal worden.
 

Kirsten Elen
Stafmedewerker Fara
juni 2025