Er zijn verschillende prenatale screeningstesten: de NIPT, de gecombineerde eerste trimester-screening en de tripletest. Daarnaast zijn er ook de uitgebreide echografische onderzoeken ter ondersteuning van deze prenatale testen.
Prenatale screeningstesten geven een cijfer dat uitdruk hoe groot de kans is dat je kindje een chromosomale of lichamelijke afwijking heeft.
Er zijn 3 prenatale screeningstesten:
De NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test)
- Deze test is een eenvoudige bloedafname, waarbij uit het bloed van de moeder op zoek gegaan wordt naar het DNA van de foetus.
- Dit wordt dan vervolgens onderzocht op chromosomale afwijkingen.
- De bloedname gebeurt meestal vanaf de 12de week van de zwangerschap.
De gecombineerde eerste trimester screeningstest of de combinatietest
Deze test is een combinatie van:
- een echografisch onderzoek met een specifieke nekplooimeting bij je baby: de dikte van de nekplooi wordt gemeten en de baby wordt gescreend op lichamelijke afwijkingen
- een bloedafname
Deze test kan worden uitgevoerd tussen de 11de en 14de week van de zwangerschap, maar wordt tegenwoordig meestal vervangen door de meer accurate NIPT-test.
De Triple-test
- Deze test is een bloedafname die kan worden gedaan tussen de 14de en 20ste week van de zwangerschap.
- Ook deze test wordt niet (veel) meer uitgevoerd en werd vervangen door de meer accurate NIPT-test.
3 echo's
- Verder worden er in elke zwangerschap 3 echo’s terugbetaald.
- Deze dienen als ondersteuning bij de prenatale testen en kunnen zo bijdragen tot zowel een goede prenatale screening als diagnostiek.
- De 20-weken echo (deze wordt uitgevoerd tussen de 18de en 22ste week van de zwangerschap) heeft als specifieke doel het opsporen van structurele, lichamelijke afwijkingen.
Meer lezen over de NIPT?